Verhuischecklist ouderenzorg

Heeft u een Wlz-indicatie voor ouderenzorg en gaat u binnenkort verhuizen naar een zorginstelling? Check hieronder of alles geregeld is. 

  • Voordat u gaat verhuizen bespreekt u met de zorginstelling welke zorg u nodig heeft en welke dingen voor u belangrijk zijn. De afspraken worden vastgelegd in een zorg(leef)plan. Ook maakt u afspraken over praktische zaken, zoals de datum van de verhuizing en welke meubels u mee kunt nemen.

  • Wilt u dagbesteding? Overleg dan met de zorginstelling over de mogelijkheden. 
  • Verhuist u voor onbepaalde tijd naar een zorginstelling? Dan bent u verplicht om deze verhuizing bij de gemeente door te geven. Uw woonadres wordt dan het adres van de zorginstelling. U kunt zich ook inschrijven op een briefadres bij een familie of vriend, in plaats van het woonadres van de zorginstelling. Dit is handig wanneer iemand anders uw zaken regelt.

    Verblijft u tijdelijk in een zorginstelling? Dan gaat de gemeente uit van de plek waar u waarschijnlijk binnen een half jaar de meeste keren overnacht. Verblijft u naar verwachting langer dan een half jaar in de zorginstelling? Dan moet u een adreswijziging doorgeven bij de gemeente.

    Geef uw adreswijziging binnen vier weken vóór uw verhuizing of uiterlijk 5 dagen ná uw verhuizing door. Doe dat in de gemeente waar u woont. Het kan digitaal via MijnOverheid.

  • Voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg betaalt u een eigen bijdrage. Als u naar een zorginstelling verhuist, stuurt de zorginstelling of het zorgkantoor uw gegevens naar het CAK. U hoeft hier zelf niets voor te doen. U krijgt een brief (beschikking) van het CAK waarin staat wat de hoogte van uw eigen bijdrage per maand is. De factuur volgt daarna.

    Verhuist uw partner (zonder indicatie voor de Wet langdurige zorg) mee naar de zorginstelling? Dan vraagt de zorginstelling een partner-indicatie (ZZP0) voor uw partner aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Daarna berekent het CAK de eigen bijdrage die uw partner moet betalen voor het wonen in uw zorginstelling. U en uw partner betalen dus allebei een eigen bijdrage.

  • Krijgt u ondersteuning uit de Wmo (van de gemeente) of de Zvw (de zorgverzekeraar)? Dan is het belangrijk dat u de gemeente en zorgverleners laat weten dat u naar een zorginstelling gaat verhuizen. 
  • Het kan verstandig zijn om een levenstestament op te stellen. In een levenstestament legt u vast wie beslissingen voor u mag nemen wanneer u dat zelf niet meer kunt. Bijvoorbeeld door dementie of een andere ziekte. Een levenstestament bestaat vaak uit twee delen: een volmacht voor uw financiële en zakelijke belangen en een volmacht voor medische en persoonlijke zaken. Het is ook mogelijk om alleen voor uw financiële zaken een volmacht op te stellen. 

  • U kunt in een zorginstelling gaan wonen mét of zónder behandeling. 

    • Gaat u naar een zorginstelling mét behandeling? Dan krijgt u medische zorg van de zorginstelling. Alle behandelingen worden vergoed vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Als u een aanvullende zorg- en/of tandartsverzekering heeft, kunt u deze waarschijnlijk opzeggen. Vraag wel eerst aan de zorginstelling of alle medische zorg uit de Wlz vergoed wordt. Het opzeggen van uw aanvullende verzekering doet u bij uw zorgverzekeraar
    • Verhuist u naar een zorginstelling zonder behandeling? Dan blijft uw huisarts medisch eindverantwoordelijk voor u. Ook houdt u uw eigen apotheek en tandarts. De medische zorg die u nodig heeft valt onder de Zorgverzekeringswet. Dat geldt ook voor behandelingen van de fysiotherapeut, tandarts, logopedist, ergotherapeut en pedicure. Mogelijk wilt u uw aanvullende zorgverzekering hierop aanpassen. U kunt het beste met de zorginstelling en uw zorgverzekeraar overleggen wat in uw situatie de beste keuze is
  • Als u verhuist naar een zorginstelling kunt u bij uw verzekeringskantoor vragen welke verzekeringen aangepast of opgezegd kunnen worden. Denk aan uw inboedel-, woonhuis- of aansprakelijkheidsverzekering.
  • Als u naar een zorginstelling verhuist, regelt de zorginstelling de meeste hulpmiddelen voor u. Uitzonderingen zijn hoortoestellen, pruiken of een bril. Deze worden soms (deels) vergoed door uw zorgverzekeraar. 

    Gaat u naar een zorginstelling zónder behandeling? Dan moet u bepaalde hulpmiddelen zelf aanvragen. Het gaat om hulpmiddelen voor individueel gebruik die noodzakelijk zijn voor de zorg in de zorginstelling. Meestal zijn deze hulpmiddelen persoonsgebonden. Dit betekent dat ze voor u zijn aangepast of op maat gemaakt. Bijvoorbeeld steunkousen, een prothese of orthopedische schoenen. Het kan ook gaan om hulpmiddelen die niet zijn aangepast, maar wel alleen voor u zijn. Voorbeelden zijn incontinentiematerialen, een infuuspomp of verbandmaterialen.

    Lees voor meer informatie de brochure 'Hulpmiddelen Wet langdurige zorgvan Zorginstituut Nederland.

    Tabel: Hulpmiddelen in een zorginstelling

       Verblijf met behandeling Verblijf zonder behandeling
    Individueel gebruik van hulpmiddelen. Noodzakelijk voor zorg in de instelling  +  -
    Roerende voorzieningen (voorzieningen die door meerderen gebruikt worden zoals  hoog-laagbed, tillift)  +  +
    Individueel gebruik van mobiliteitshulpmiddelen (rolstoel, scootmobiel)  +  +
    Hulpmiddelen voor aanpassing van verblijfsruimten  +  +
    Hulpmiddelen voor toezicht (alarmering)  +  +
    Hulpmiddelen voor verpleging en verzorging (glijlaken)  +  +

    + Recht op een hulpmiddel vanuit de Wlz
    -  Geen recht op een hulpmiddel vanuit de Wlz

    • Gaat u naar een instelling met behandeling? Dan krijgt u uw medicijnen voortaan van de zorginstelling
    • Bij verblijf zonder behandeling krijgt u uw medicijnen van uw eigen apotheek. Maak afspraken met uw apotheek en de zorginstelling over de levering van de medicijnen
    • Vervoer van en naar de dagbesteding. De zorgaanbieder waar u dagbesteding krijgt, regelt het vervoer en betaalt de vervoerskosten
    • Vervoer van en naar het ziekenhuis, zorgverlener of dagbehandeling. In bepaalde situaties vergoedt de zorgverzekeraar deze kosten. Bijvoorbeeld voor een dialyse- of kankerbehandeling. Kijk op de website van uw zorgverzekeraar voor meer informatie. Bijvoorbeeld of u zelf een vervoerder kunt kiezen
    • Vervoer voor sociale contacten. Vervoer voor bezoekjes aan familie, vrienden of uitstapjes moet u zelf regelen met familie, vrienden of vrijwilligers. Lukt dat niet? Dan kunt u misschien de regiotaxi gebruiken. Dit kan alleen als dit een algemene voorziening is in uw gemeente. Is de regiotaxi in uw gemeente een maatwerkvoorziening? Dan kán de gemeente u hiervoor een pasje geven. De gemeente is echter niet verplicht om dat te doen
    • Begeleiding bij noodzakelijk vervoer. Heeft u begeleiding nodig tijdens het vervoer? En is het vervoer noodzakelijk? Dan moet de zorgaanbieder dat regelen